“We zagen elkaar voor het eerst op de galerij,” zegt Joke. Bep: “We houden allebei van plantjes en zorgen dat de boel er buiten goed bij staat.” “Ja, en dan lekker op een stoeltje in de zon, wat wil je nog meer,” zegt Joke. Bep: “Eerst woonde ik in haar huis, maar ik ben naar hiernaast gegaan.” “Nu doen we bijna alles samen,” zegt Joke. “Alles wat je kan doen met je Rotterdampas hebben we gedaan. Het enige wat we bij ons hebben als we op stap gaan is een gevulde portemonnee. Niks geen boterhammen voor onderweg. Zolang het kan moet je van de dingen genieten.” Bep: “We zijn nog op vakantie geweest laatst.” “Bij Emmen, in een chalet,” zegt Joke. “Vlak voor we weggingen brak ik mijn been. Bep heeft me geweldig verzorgd. Voelde me net Koningin Beatrix.” Bep: “Ach, je overdrijft.”

“Ik woon al sinds 1972 in Spangen en zij vanaf 1970,” zegt Joke. Bep: “Het is al veel beter dan vroeger. Eerst werd je auto de hele tijd opengebroken, maar dat is nu anders. Geen junks en troep.” “Komt natuurlijk omdat die Keileweg weg is nu en vanwege de nieuwe koophuizen,” zegt Joke. “Aan die vervelende gasten in de Bilderdijkstraat, daar moeten ze nog wel wat aan doen. Niet dat ik er last van heb. Tegen mij durven ze niks meer te zeggen. Ik heb ze gewaarschuwd. Ze weten dat mijn zoon bij de politie zit. Grote mond dicht tegen tante Joke.” Bep: “Wij hebben het hier prima naar onze zin.” “Het wordt hier prachtig, met die renoveringen,” zegt Joke. “Ik ga hier nooit meer weg. Ja, in mijn loden jasje. Als wij op de bovenste galerij staan, kun je heel Rotterdam zien. We hoeven niet naar het vuurwerk toe. Het vuurwerk komt wel naar ons.”

“Toch blijven mensen Spangen een rotbuurt vinden,” zegt Joke. “Als je zegt dat je in West woont bij Marconiplein gaat het nog, maar als je zegt Spangen doen ze gelijk heel negatief. Behalve als het gaat over de Justus van Effenflat. Die is beroemd. Dat was de eerste galerijflat in Nederland. Kwam de melkboer met de lift omhoog en voorbij je huis met z’n spullen. Kan je je niet meer voorstellen.” Bep: “Ik zou nog wel een bloemenzaak willen. Daar is er maar 1 van. “Ik een gewone Hollandse slager, waar ik mijn speklapjes kan kopen,” zegt Joke. “En het zou wel gezellig zijn als mensen elkaar meer gedag zouden zeggen. Goeiemorgen, goeiemiddag, goeieavond kost geen 100 gulden, zei me moeder altijd. Wij zeggen iedereen gedag.” Bep: “Jij vooral.” “Ja, ik klets met iedereen,” zegt Joke. Bep: “Ik ben wat stiller.”

“Met die lichtjes en de sterren in de straat wordt het in ieder geval minder somber,” zegt Joke. Bep: “Ik vind het er nu al beter uitzien.” “Aan zulke dingen werken we graag mee. Moet een traditie worden hè, elk jaar weer,” zegt Joke. Bep: “We doen zelf ook van dat soort acties. Die ene keer met de voetbal, hadden we bij alle buren oranje vlaggetjes gehangen.” “We houden van voetbal. We hebben allebei een seizoenskaart voor Sparta. Als ze thuisspelen gaan we altijd kijken. Voor de sfeer.” Bep: “Gezellig.” “We blijven duimen dat het Kasteel hier blijft, maar het ziet er niet best uit,” zegt Joke. Bep: “Die nieuwe plannen zijn weer afgewezen.” “Oh ja,” vraagt Joke. Bep: “Ja, stond in de krant. Misschien is het maar beter als ze naar een groter stadion gaan. Anders blijven ze maar kwakkelen.

Reporter Susanne Volder zoekt in december en januari mensen in Spangen die ook weleens in de spotlight mogen staan. Kent u iemand? Mail: suus@salonnutopia.nl